Tot vorige maand had ik nog nooit meegedaan aan een 5km-hardloopwedstrijd.

Toen ik, ruim twee jaar geleden, bezig was om het hardlopen op te bouwen, schreef ik me in voor de Ladiesrun 10km, in Utrecht. Dat leek me een mooi doel om echt naartoe te trainen, want vijf kilometer kon ik inmiddels al vrij aardig rennen. Tien klonk ver, maar te doen. Dat was ook zo, en het was nog leuk ook, die eerste keer – behalve dan dat ik na één kilometer met steken in mijn zij voorovergebogen stond en naar adem moest happen. Iets te snel van start gegaan met iets te gespannen ademhaling. Maar ik haalde de finish en ik voelde me onoverwinnelijk. Nog een aantal 10km-loopjes volgden en zelfs twee keer een halve marathon, maar nog nooit een 5km.

Dat kwam pas afgelopen maart, tijdens de CPC in Den Haag. Ik had gehoopt een leuke snelle tijd – voor mijn doen dan – neer te zetten. Maar de griep wilde anders: de week ervoor was ik een paar dagen ziek en er had mij een hoest bekropen die niet meer weg wilde. Als ik me maar een beetje inspande, de trap opliep of een stukje fietste, dan begon ik te hoesten. Maar ja, als je ergens voor hebt getraind en je ook nog samen met vriendinnen hebt afgesproken… dan ga je gewoon toch. Ik geloofde dat het moest kunnen, want een maand eerder liep ik nog een mooi PR op de 10km en mijn training was best aardig gegaan, op die griep na dan. Lang verhaal kort: het ging niet best, ik hield het twee kilometer vol en daarna was het strompelen tot de finish – wat is vijf kilometer eigenlijk een vreselijk lang stuk.

Ik kwam een beetje teleurgesteld en hoestend over de finish en dacht: dat moet ik snel goedmaken. Maar er volgde een drukke maand van verhuizen en regelen en die hoest verdween maar heel langzaam. Toen we eindelijk eenmaal gesetteld waren in Engeland, trok ik mijn hardloopkleding weer aan. Het eerste rondje ging best aardig. Het tweede, een kleine interval, was al moeilijker. En toen ging ik naar mijn eerste Parkrun.

20180407_090022

Parkrun is een fantastisch concept, begonnen in Londen, uitgebreid over het hele Verenigd Koninkrijk en ook inmiddels in vele landen daarbuiten. Het is een gratis 5km-hardloopwedstrijd in een park, op zaterdagochtend om 9.00 uur, gerund door vrijwilligers. Iedereen mag meedoen, je moet je van tevoren registreren en dan wordt je tijd ook nog bijgehouden en gepubliceerd. Ik had al in Nederland gezien dat er eentje op een half uur fietsen van mijn nieuwe huis zou zijn, en de tweede zaterdag stapte ik om kwart over acht de deur uit. Parkrun, here I come!

Het leuke aan Parkrun is dat er allerlei verschillende soorten mensen meedoen. Ik meldde me bij het groepje ‘First timers’ en sprak: 1) een ouder echtpaar dat door hun dochter was overgehaald om mee te doen, 2) een jonge vrouw die net als ik al een paar jaar hardliep, 3) een snel uitziende jongen, 4) een gezette vrouw die met een vriendin het parcours al Nordic-walkend ging afleggen. Parkrun is expliciet bedoeld voor alle soorten (hard)lopers: voor wie net begint met wandelen en voor wie vijf kilometer in 16 minuten aflegt. Een vrijwilliger aangekondigd als ‘Lovely Graham’ legde de regels uit, alle deelnemers gingen in een soort ‘lijn der verwachting’ staan al naar gelang de vermoedelijke eindtijd, een gevatte jongedame met luidspreker legde nóg een keer de regels uit, en daar gingen we. Er klonk een soort startschot, de meute begon te hollen.

20180414_090024

Er waren vaders en moeders met kinderen (soms gingen de kinderen beduidend soepeler dan de ouders), een vader met een hardloopbuggy, oudere stoere dames, zwaar hijgende mannen met behoorlijk wat overgewicht, soepele sprinters die de langzamere rest na één rondje al hadden ingehaald, professioneel uitziende vrouwen, mensen met T-shirts van allerlei hardloopevents, trotse bezitters van ‘100 Parkruns’-T-shirts (voor wie 100 of meer Parkruns heeft gelopen), en overmoedige tieners die ik na een paar kilometer weer tegenkwam terwijl ze met een hand tegen een boom stonden uit te hijgen.

Ikzelf behoorde overigens ook tot die laatste overmoedige categorie, want ik dacht dat ik mijn tempo van februari wel weer kon oppakken. Niet dus. Na één kilometer was mijn hartslag torenhoog en had ik eerlijk gezegd geen idee hoe ik die finish moest halen. Mijn tempo zakte en ik moest eerder ingehaalde runners weer voorbij laten gaan. Ik finishte net onder het half uur.

Het parcours van de Parkrun in Cambridge bestaat uit een soort achtje: je rent één keer het onderste rondje en gaat dan verder in het hoogste deel van de acht, rond een meertje. Dat bovenste rondje doe je twee keer, en dan sla je rechtsaf naar de finish. Onderweg staan er allerlei vrijwilligers, marshalls, de weg te wijzen. Ze moedigen de runners luidkeels aan: Well done! Good job! Excellent running! Keep up! Keep left!

20180414_094123

Een bij-effect van de vele regen van de afgelopen weken, is modder. Veel modder. Tijdens mijn eerste Parkrun waren het nog maar een paar poeltjes, waar je nog wel langs kon rennen. Maar tijdens de tweede keer, na een week grijs en nat weer, waren alle parkpaden veranderd in een soort modderbad. Eerst dacht ik er nog wel omheen te kunnen rennen. Dat was een leuk idee, tot er een niets ontziende oudere dame met een onverstoorbaar gezicht dwars door de modderplas rende. Gevolg: ik zat onder de modder en zijzelf bleef opvallend schoon. Ik keek haar verbluft na. Toen dat een paar keer was gebeurd, besloot ik dat dat inderdaad de beste tactiek was. Gewoon maar erdoorheen rennen. Wat maakt het ook eigenlijk uit.

Die tweede keer was mijn hartslag zo mogelijk nog hoger. Ik rende iets lekkerder, maar mijn tempo was bepaald niet om over naar huis te schrijven. Het komt misschien door de modder, hield mezelf voor, of doordat het park zo vol zit met kuilen en heuveltjes en bochten, of gewoon, doordat het zaterdagochtend vroeg is. Hardlopen op zaterdagochtend is gewoon moeilijk. En dus was de vijf kilometer wéér niet kort, maar hartstikke lang. Bijna misselijk kwam ik bij de finish aan, waar een vrijwilliger me mijn finish-kaartje gaf, met daarop een nummer. Dat nummer geeft aan als hoeveelste je bent geëindigd. Je laat het scannen tegelijk met je eigen persoonlijke nummer, en het systeem koppelt naam en tijd aan elkaar en publiceert het op de website. Het houdt ook bij hoeveel keer je hebt meegedaan, in welke leeftijdcategorie je zit en hoeveelste je daarin bent geworden, en nog wat andere weetjes. Tijdens mijn eerste Parkrun werd werd ik 341e van de 548, 83e vrouw van de 216. Leuk detail van de Parkrun in Cambridge is het ‘news report’ dat bijna iedere week door ‘Julia, your dyslexic run reporter’ geschreven wordt en waarin ze niet alleen de beste tijden noemt, maar ook de ‘aesthetically pleasing times’ (zoals 23:23, 30:03, etc.).

20180414_094207

Ik finishte mijn tweede Parkrun in bijna 31 minuten. Ter vergelijking: toen ik half ziek de CPC rende, deed ik dat onder de 28 minuten. Het is tijd om weer in vorm te komen. Als ik het aandurf, ga ik deze week voor het eerst meedoen bij een atletiekclub. Leren hoe dat eigenlijk moet, een 5km-wedstrijd hardlopen. En dan rennend het voorjaar in, want de zon schijnt en alle modder droogt op.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: