‘Beauty and brilliance are great; fun and frienship are great too; and having enough money to do it again next year is just as important.’
In de kerk waar ik tot voor kort dominee was, werd jaarlijks aan het einde van de zomer een bazar, en in december een kerstmarkt georganiseerd. Tientallen gemeenteleden liepen het vuur uit de sloffen om spullen in te zamelen, lokale ondernemers in te schakelen, kerkzalen om te bouwen, oliebollen te bakken en een grote tent op het kerkplein te zetten. Temidden van alle kraampjes met tweedehands spulletjes, zelfgemaakte kaarten en bloemstukjes, was er ook een tafeltje ‘van de kerk’ waar ruimte gemaakt was voor gesprek over het geloof.
Ik voelde me er altijd een beetje ongemakkelijk bij. De hele verkoping stond, naar mijn idee, zover af van wat kerk-zijn is. Het ging alleen maar over geld verdienen en wat had dat harde werken nou eigenlijk met geloven te maken? Het kerkkraampje voelde als een moetje, en niet bepaald omdat het verlangen leefde om buurtbewoners kennis te laten maken met het christelijk geloof.
Kun je als kerk op een gezonde manier omgaan met geld?
Geld en de kerk. Het is een combinatie die vaker lastig dan vanzelfsprekend is. Meestal gaat het binnen de kerk over een tekort, over inkrimpen en over minder fte voor beroepskrachten. We zijn huiverig om er iets actief iets aan te doen, want het onderwerp geld associëren we met de valkuil van de hebzucht en de waarschuwing van Jezus om geen slaaf te worden van de geldgod. En die huiver is niet voor niets. Hoe vaak is immers geld in de kerk niet misbruikt, ter verrijking van de geestelijken en de bouw van immense kathedralen ten koste van de armen?
Toen ik twee weken geleden op inspiratieweekend in Londen was, samen met vijftien andere Utrechtse kerkgangers, viel me op hoe vaak het op de plekken waar we waren, over geld ging. En dan niet op een negatieve manier.

Op zondagmorgen bezochten we St. Martin in the Fields, een prachtige kerk midden in het hart van Londen, aan Trafalgar Square. Een kerk met een inspirerende theologische doordenking van hun missie en visie. Zo werken zij met vier aandachtsgebieden, de vier C’s: Congregation, Commerce, Culture, Compassion – gemeenschapsleven, commerciële en culturele activiteiten, en nadruk op sociale gerechtigheid en concrete hulp.
Het boeiendste vond ik de tweede C: Commerce. Een kerk die commerciële activiteiten gewoonweg in haar visie opneemt! Zo heb ik het in Nederland nog niet eerder bewust gezien. Veelzeggend zijn de zinnen uit één van de folders: ‘It’s possible to be highly aspirational, financially sustainable, and rewardingly participatory at the same time. (…) Beauty and brilliance are great; fun and frienship are great too; and having enough money to do it again next year is just as important.’
St. Martin in the Fields heeft dan ook een winkel en een café in de kerk, organiseert concerten, beheert een daklozenopvang met professionele zorg, heeft acht predikanten en hulp-predikanten en nog tientallen andere werknemers in dienst. Een complete onderneming met een eigen business-afdeling. En toch ook voluit kerk: één van de vicars heeft nauw contact met het commerciële bestuur, waardoor geestelijk en zakelijk leiderschap hier hand in hand gaan. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar zo houden ze wel de verbinding tussen het ‘harde’ financiële deel van de kerk en het ‘zachte’ spirituele deel. Je kunt huiverig zijn voor geld verdienen in de kerk, je kunt het ook inzetten om je missie gestalte te geven, denken ze in St. Martin’s: en zo weten ze op allerlei gebieden mensen te bereiken en te helpen.

In St. Paul Old Ford, waar ik eerder over schreef, wordt op dezelfde manier tegen geld aangekeken. De oude manier van geld werven in de kerk ging via de giften van alle gemeenteleden en de legaten van rijke mensen. Maar dat is niet langer genoeg om iets te kunnen betekenen in de buurt. Er moeten twee nieuwe modellen bij komen: fondswerving en commerciële activiteiten. Alleen zo is het mogelijk om iets nieuws op te zetten en om de kerk weer een plek te geven in de buurt. Alleen zo is het mogelijk om meer dan één 0,5-fte-predikant in te zetten en te werken met een heel team dat elkaar kan versterken, aanvullen en bemoedigen.

Lessen die ik dat weekend in Londen geleerd heb
- Compromissen sluiten is niet erg als je bezig bent met commerciële activiteiten zoals verhuur of verkoop: jezelf een beetje aanpassen aan de doelgroep om zo meer te verdienen zorgt er immers voor dat je op een ander punt juist meer aan je missie tegemoet kunt komen.
- Houd het commerciële en spirituele dicht bij elkaar. Misschien was het daarom dat ik me ongemakkelijk voelde bij de bazar van mijn eigen gemeente: omdat ik daar zelf de theologische verbinding niet had gemaakt. Ik had tegen mezelf (en de gemeente) moeten zeggen: ‘We gaan dit weekend geld verdienen zodat we onze kernactiviteiten als kerk kunnen blijven doen.’ Dan wordt die hele verkoping in een ander daglicht gesteld. En ik had als dominee nog meer kunnen halen uit dat kerk-kraampje door het meer te betrekken bij het geheel van de verkoping.
- Kortom: Maak geld onderdeel van de visie en missie van de kerk. Schuif het niet weg als iets waar alleen de kerkrentmeesters over gaan. Houd het dichtbij de kern, zorg dat je een goede geldvisie formuleert en ga er als geheel van de gemeente mee aan de slag.
- Durf uit te proberen en durf iets nieuws te beginnen. Experimenteer om te zien wat commercieel gezien werkt en als het niet werkt, verander dan. Voorbeeld uit St. Martin in the Fields: in de kerkshop werden eerst alleen christelijke producten en boeken verkocht. Dat werkte niet, het leverde te weinig op om rendabel te zijn. Nu worden er naast een kleine selectie christelijke boeken vooral souvenirs en culturele producten verkocht.
- Een gezonde en duurzame omgang met geld betekent niet alleen dat je als kerk kunt voortbestaan, het betekent ook dat je meer kwaliteit kunt leveren in de kernactiviteiten. Prachtige muziek, een doordachte liturgie en preek, tijd voor de geestelijken om zich te specialiseren, goede zorg kunnen bieden voor de armsten, een lekkere en betaalbare maaltijd in het café kunnen leveren, creatieve cursussen ontwikkelen voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Bijbel: de mogelijkheden groeien als je meer geld hebt.
In de gemeente waar ik nu afscheid van heb genomen, worden geen bazars en kerstmarkten meer gehouden. Er wordt nu groter gedacht. Er is een creatief idee ontwikkeld om op een duurzame manier kerk te kunnen zijn in de toekomst: het kerkgebouw wordt verbouwd tot kerk en buurtklooster. Geld wordt dan gegenereerd uit verhuur van appartementen en uit fondswerving. Een prachtig voorbeeld van herbestemming van een kerkgebouw zonder dat de kerk verloren gaat.
En ter bemoediging…
We hoeven niet te denken dat gedoe over geld iets nieuws is in de geschiedenis van de kerk: in de allervroegste christelijke geschriften – de brieven van Paulus uit de eerste eeuw – moet al om geld worden geleurd… ‘Geef naar vermogen,’ dringt Paulus aan bij de eerste christelijke gemeenten, want hij wil geld ophalen voor de blijkbaar arme gemeente in Jeruzalem (zie 2 Korinthe 8:11). Hij besteedt maar liefst twee volle hoofdstukken lang aan dit onderwerp… en je proeft aan alles dat het ook toen een gevoelig thema was.
Over geld en de kerk kan vast nog een heleboel worden gezegd. Dit zijn mijn eerste gedachten over het onderwerp naar aanleiding van een paar concrete ontmoetingen. Ik ben benieuwd naar andere ideeën!