Welkom bij mijn allereerste blog over een hardloopwedstrijd! Als hardloper lees ik zelf graag de verhalen van anderen over hun hardloopavonturen, dus ik dacht… waarom ook niet. Bij dezen het verslag van mijn halve marathon.
Al in mei schreef ik me voor deze race in. ‘Slightly undulating’, stond er in de omschrijving van het parcours. Toen ik dat las dacht ik: dat klinkt wel leuk. Omdat er ook bij stond dat deze loop ‘renowned as potential for PB’s’ was schonk ik er niet veel aandacht aan. Pas veel later kwam ik erachter dat undulating ‘heuvelachtig’ betekent… en heuvelachtig was het! In Nederland werd afgelopen weekend de Zevenheuvelenloop gehouden, maar ik had mijn eigen heuvelloop. Ik deed mee aan de St Neots Half Marathon.
aanloop
Al eerder schreef ik iets over mijn training voor deze halve marathon. Het was de eerste keer in mijn korte hardloopcarrière van drie jaar dat ik niet alleen een ambitieus trainingsschema maakte, maar dit ook daadwerkelijk volgde. Trouw liep ik de lange duurlopen en de uitdagende tempotrainingen. Ik verbaasde mezelf door trainingen te lopen waarvan ik van tevoren dacht dat het iets te hoog gegrepen was, ik liep steeds nieuwe PB’s bij Parkrun, en mijn 18 kilometer-duurlopen gingen als vanzelf. Korte loopjes van 4 of 5 kilometer voelden alsof ik er geen moeite voor hoefde te doen, en zelfs 12 kilometer werd een afstand voor ‘even tussendoor’. Ik was klaar voor die halve marathon.
Maar welk tempo zou ik gaan lopen? Mijn trainingsschema was bedoeld voor een halve marathon onder de twee uur. Eigenlijk geloofde ik niet dat dat zou lukken. Dat betekent namelijk een tempo van gemiddeld 5’39 per kilometer aanhouden. Dat kon ik wel voor 10 kilometer, maar voor 21,1?
Ik besloot om maar gewoon op de dag zelf te kijken hoe het zou gaan. Een PB zou het toch wel worden. En een gemiddeld tempo sneller dan 6’00 zou ik ook al heel gaaf vinden, want dat had ik eerder dit jaar echt niet kunnen dromen.
vooraf
Het was niet heel eenvoudig om de start van de race te bereiken. St Neots ligt niet ver van Cambridge, maar er is geen directe treinverbinding en de bus reed op zondagmorgen niet vroeg genoeg. Wij hebben geen auto, milieuhelden (en zuinigerds) die we zijn. En ik moest mijn startnummer voor half tien ophalen. Dus dat betekende de trein richting Londen om half acht, overstappen, en via een enorme omweg aankomen in St Neots. Natuurlijk stond mijn eerste trein onderweg 20 minuten stil, waardoor ik mijn aansluiting miste en pas om 9.10 uur aankwam in St Neots, om daarna nog de 2.5 kilometer naar de start te lopen. Toen ik de trein uitkwam begon ik maar gewoon zo hard mogelijk te rennen. Ik kwam om 9.22 uur aan bij de sporthal waar de startnummers opgehaald moesten worden. Hijgend en zwetend nam ik mijn nummer in ontvangst, trok mijn extra trui en broek uit, speldde het nummer op, at een banaan, dronk water, leverde mijn tas in. Ter plekke kwam ik erachter dat oordopjes en muziek tijdens de race verboden waren, dus mijn zorgvuldig samengestelde playlist was overbodig. Ik had nog 20 minuten voor een laatste toiletbezoek, maar terwijl ik in de rij stond voor de twee (!) wc’s die de sporthal rijk was, realiseerde ik me dat ik zo nooit op tijd voor de start zou komen. Dan maar geen wc. Mijn ervaring tijdens hardloopwedstrijden is dat je vanzelf die niet al te lege blaas vergeet. Op naar de start.

tijdens
Het was echt een fantastische herfstdag. De lucht strakblauw en de temperatuur niet al te hoog, ik vermoed rond de 10 graden. Perfecte omstandigheden dus! Door het hardlopen vanaf het station was ik al goed opgewarmd en door alle stress van de treinen was ik nog vastbeslotener om deze race zo goed als ik kon te lopen. Ik had er nu al genoeg moeite voor gedaan.
We gingen van start en weer verbaasde ik me erover hoe stil het is tijdens zo’n evenement. Er deden ongeveer 1300 lopers mee met de halve marathon en omdat het een beetje buiten St Neots was, waren er niet heel veel toeschouwers. In het begin hoorde ik alleen maar het geluid van honderden hardloopschoenen om me heen. Daarna begonnen wat mensen die samenliepen, met elkaar te kletsen. Of een loper kwam een bekende tegen en vroeg: ‘How’s it going?’ waarop de ander als rechtgeaarde Brit antwoordde: ‘Not too bad.’ Deze conversatie heb ik onderweg echt meerdere keren letterlijk zo gehoord!

Met mijn tempo ging het ondertussen prima. Met gemak liep ik de eerste kilometers rond de 5’30, ook al liepen we licht omhoog. Na een tijdje naar beneden gelopen te hebben kwam de eerste echte heuvel. Mijn tijden zakten onmiddellijk naar rond de 5’50. Even stilstaan om te drinken bij een waterpost, daarna weer verder. De eerste twee heftige heuvels overleefde ik aardig en tot ongeveer 12 kilometer ging alles perfect. Ik voelde wel iets pijn doen in mijn schoen, maar dat was nu niet zo belangrijk. Blijkbaar keek ik tijdens het hardlopen erg ernstig, want een medeloper keek me van opzij aan en maakte een gebaar van: blijf lachen! ‘Thanks,’ zei ik welgemeend, want hij had gelijk, glimlachen helpt een stuk beter dan boos kijken. We doorkruisten een klein dorpje, waar heel wat mensen waren uitgelopen om ons aan te moedigen, en toen kwam de laatste heuvel. Ongelofelijk, wat was dat zwaar. Als ik de kilometertijden van medelopers op Strava terugkijk, dan is steevast de 15e kilometer de langzaamste. Ook bij mij: ik kwam zelfs boven de magische grens van 6’00. Ik sleepte me verder, mijn benen waren zwaar, hartslag torenhoog. Als ik maar bij de 16 kilometer ben, prentte ik mezelf in. Vanaf daar is het alleen nog maar naar beneden.
Maar bij het 16 kilometerpunt kon ik alleen nog maar denken aan hoe ver het nog was. En hoe zwaar ik het had. En wat een ellende dit allemaal was. Ik kreeg mijn tempo niet meer omhoog en ik wist zeker dat ik ver buiten de twee uur zou finishen. Misschien zou ik zelfs geen PB halen (2.12 uur), dacht ik somber. De pacer van 2 uur had me allang ingehaald en ik was hem uit het oog verloren. Mijn gemiddelde tempo was 5’43 en dat was niet genoeg voor een tijd onder de twee uur. Ik bleef mijn best doen om het getal op mijn horloge onder de 6’00 te doen blijven, maar ik zag niet in hoe ik ooit de finish zou gaan halen.
Maar op dat dieptepunt hoorde ik opeens een opgewekte mannenstem achter me. ‘Come on girls! Stay relaxed. You still have plenty of time to finish under two hours. The last two miles are so easy. It is only downhill. Just keep everything relaxed and all will be fine.’
Wie was deze reddende engel? Het bleek een andere pacer te zijn, die een groepje hardlopende dames om zich heen had. Tot mijn grote verbazing stond ook op zijn t-shirt ‘2 hours pacer’! Hoe was dat mogelijk? Al snel kwam ik erachter dat deze pacer helemaal vanuit achterin het startvak was vertrokken, terwijl ik ergens voor het midden stond. De aanwezigheid van deze positieve hardloper gaf mij ook weer geloof in een goede uitkomst. Mijn tempo ging als vanzelf weer omhoog, ik volgde zijn advies op en probeerde meer ontspannen te lopen. De weg ging vanaf dat moment ook echt duidelijk voelbaar naar beneden en de laatste kilometers gingen relatief snel voorbij. De laatste kilometer was behoorlijk bergafwaarts en er stonden weer supporters langs de kant. Dat helpt ook! Ik rende mijn laatste kilometer in 5’32 en opeens drong het tot me door dat ik héél erg dicht bij die twee uur zou finishen. Met een brede grijns rende ik de laatste honderd meter, zag Eelco staan, kwam onder de finishboog door, en kreeg een medaille.
De combinatie van ‘heel moe’ en ‘heel blij’ zorgde ervoor dat er opeens tranen omhoog kwamen. Gelukkig was Eelco daar en kon ik even op zijn schouder snikken. Toen keek ik op mijn horloge naar mijn tijd. 2.00.17. Nee toch? Als ik ietsjepietsje sneller had gelopen, had ik onder de twee uur kunnen finishen! Op dat moment dacht ik daar niet aan en was ik alleen maar heel erg blij, omdat ik niet had gedacht dat ik het kon. Mijn officiële tijd bleek zelfs 2.00.14. De volgende keer dus vijftien seconden sneller lopen…
Door deze finishfoto van de organisatie kwam ik erachter dat de bewuste 2-uur-pacer zelfs vlak achter me over de finish komt!
erna
Na afloop liepen Eelco en ik nog wat door het centrum van St. Neots. Een mooi klein stadje, klassiek gelegen aan een rivier, met oude gebouwen en natuurlijk ook een pub waarin hele families aan de Sunday Roast zaten. Wij voegden ons daarbij en aten een klassiek pubmaal. Mooie afsluiting van een mooie ochtend! Met de bus waren we in ruim een half uur weer thuis en kon ik de rest van de zondag nagenieten van mijn halve marathon in twee uur. (En vandaag, als ik dit schrijf, geniet ik van een spierpijn zoals ik die nog nooit gehad heb na een hardloopwedstrijd…)