Na ruim drie maanden moet het er toch maar eens van komen: een blog over de stad Cambridge. Ik weet niet hoe de bloggers het doen die een weekendje naar een stad gaan en dan meteen álle leuke plekjes weten te vinden. Ik heb tijd nodig om deze stad te leren kennen, merk ik. Om er een gevoel bij te krijgen en te weten wanneer je waar moet zijn. Maar natuurlijk kan ik wel íets vertellen. Want het is in ieder geval heel bijzonder om in een stad te wonen met zoveel historie en zulke schitterende gebouwen.
Om het overzichtelijk te houden, heb ik een lijstje gemaakt met tien dingen.
1. Parken en groen
Cambridge is een ontzettend groene stad. Dat geldt denk ik voor veel Britse steden, kijk maar naar de enorme hoeveelheid parken in Londen. Ook in Cambridge zijn er overal kleine en grote groene stukken stad. Toen we aankwamen in de lente, was het overal prachtig met de vele bloesembomen. Ook nu is het heerlijk om in het park of aan de rivier te zitten. Je kunt je midden in de stad in het platteland wanen, compleet met loslopende koeien.
2. De boekwinkels
De boekwinkels in Cambridge zijn echt… het einde. Zo groot. Zoveel boeken. Zoveel aanbod. Mét cafeetje binnenin. Er zijn natuurlijk ook kleine boekwinkeltjes, maar ik geniet nu vooral van de twee grote: Waterstones en Heffers. Ze zijn zo enorm dat je erin kunt verdwalen. Ultiem.
3. De colleges
Cambridge is beroemd vanwege de universiteit. Deze universiteit is net als in Oxford opgedeeld in colleges, waar het grootste deel van het leven van studenten en docenten zich afspeelt. Op de colleges wordt geleefd, gesport, gegeten, gewoond, muziek gemaakt, feestgevierd. De colleges hebben ook van oudsher heel veel geld, en dat zie je terug in de prachtige gebouwen met vaak ook heel prachtige chapels. Buiten de binnenstad zijn ook nog allerlei nieuwere colleges te vinden en er zijn overal sportvelden van de colleges. Als inwoner van Cambridge of medewerker van de universiteit mag je bij de meeste colleges zo naar binnen en dan kun je genieten van de prachtige binnenplaatsen en de mooie gebouwen. Ik blijf het bijzonder vinden om langs een collegepoort te fietsen en dan even een blik te werpen op een heel andere wereld daarachter.
4. De musea
Engeland staat bekend om de gratis musea. En ook Cambridge heeft een paar hele leuke exemplaren waar je geheel gratis naar binnen mag. We zijn tot nu toe in deze drie geweest: Fitzwilliam (mooi, vooral schilderijen), Zoological Museum (erg leuk, heel veel interessant gerangschikte opgezette dieren) en Sedgwick, Museum of Earth Sciences (alleen leuk als je van eindeloos veel fossielen en stenen houdt). We zijn nog van plan om naar het Museum of Archaeology and Anthropology te gaan, en naar het Polar Museum. De musea hier zijn overigens niet heel groot, zodat je ze in twee uurtjes helemaal kunt bekijken.
5. De rivier Cam
De rivier is naast fotogeniek ook op allerlei manieren een heerlijke plek. Je kunt erop varen natuurlijk, met de karakteristieke punting-bootjes. Je kunt in een boot stappen waarin je door een ‘professional’ rondgevaren wordt, of zelf een rondje wagen. In mei hebben we met twee vrienden Wilke en Erik zelf gepunt, of nou ja… eigenlijk kon alleen Erik het, dus die heeft ons de hele rivier af en op geduwd. Dat was heel leuk, want vanaf de rivier krijg je weer een heel ander beeld van de stad. Als je niet in een boot zit, is de rivier ook leuk om aan te zitten – bijvoorbeeld in park Jesus Green – of om er langs te wandelen. Je kunt helemaal naar Grantchester in zuidelijke richting lopen, of aan de noord-oost kant richting Ely. Beide stukken zijn prachtige wandelgebieden.
6. Fitzbillies (en eigenlijk ook alle andere tearooms)
Met Fitzbillies maakten we vorig jaar al kennis, toen we een dagje in Cambridge waren en Eelco kennismaakte met zijn toekomstige collega’s. Zij namen ons mee om te lunchen in deze heerlijke tearoom. Fitzbillies bestaat al bijna 100 jaar en is vooral bekend om de Chelsea Bun, een soort Britse versie van de Zeeuwse bolus. Maar naast zalige taartjes hebben ze ook hele goede lunches, met veel vegetarische opties. Sowieso is het zoete aanbod in Cambridge – Engeland – erg goed. Bij ieder koffiezaakje en tearoom loopt het water je in de mond…
7. De markt
Op het marktplein is het altijd markt. De kraampjes verschillen een beetje per dag, maar er is een heel mooi aanbod bloemen, boeken, vintage, antiek en heel veel eten, zowel brood en groente als streetfood. We hebben er een keer een heerlijke struisvogelburger gegeten van een struisvogelfarm uit de buurt, gemaakt door twee oudere dames die vol vuur hun product aanprezen. (Struisvogelvlees is dus vetarm, maar wel proteïnerijk, ideale combinatie ;-))
8. Kerken, evensongs en muziek
Cambridge heeft ongelofelijk veel kerken, voor zo’n kleine stad (iets meer dan 100.000 inwoners). Dat komt deels door de colleges, die bijna allemaal een chapel hebben. De grote colleges zoals King’s en St. John’s hebben ook nog eens tijdens het universitaire seizoen iedere dag meerdere vieringen, waaronder de evensongs. Beroemd zijn natuurlijk de jongenskoren, die iedere dag te horen zijn tijdens deze vieringen. We zijn zowel in de evensong van King’s als van St. John’s geweest. De eerste zit vol met toeristen, de tweede is veel rustiger en daardoor kun je er veel meer van meemaken. En die koren… wát een stemmen. Zo zuiver! Misschien wel de mooiste koormuziek van de wereld?
Verder zijn er ook heel veel gewone kerken, waar we er al een aantal van op zondagmorgen bezocht hebben. Van ‘high church’ tot ‘low church’, oftewel zeer traditioneel tot wat losser van vorm. Er valt genoeg te kiezen. De kerken in de binnenstad zijn dan ook nog eens vaak erg oud en mooi, hoewel ik persoonlijk ook een zwak heb voor de kleine dorpskerken in de dorpjes om Cambridge heen.
9. Fietsen
In Cambridge kun je aardig fietsen. Het is er behoorlijk vlak, hoewel je als Nederlander natuurlijk altijd kunt opscheppen dat het in Nederland véél vlakker is. In het algemeen is Engeland echter niet zo goed aangepast aan fietsers. Vaak moet je maar een beetje zelf uitzoeken wat handig is om te doen… Maar in onze nieuwe wijk Eddington zijn ze dan wel weer heel trots op de ‘Dutch-style’ fietspaden die náást de autowegen aangelegd zijn. Wat ik vooral leuk vind aan fietsen door Cambridge, is dat ik me dan zo lekker ‘local’ voel. Mijlenver verheven boven al die toeristen.

10. Toeristen
Want ja, vanwege de historie en de mooie gebouwen zijn hier veel toeristen. Met busladingen tegelijk worden ze uitgespuugd, grote groepen Aziaten met selfiesticks, schoolklassen uit Europa, tourende gepensioneerden – en dan nog alle andere dagjesmensen.
Het goede nieuws is: die toeristen zitten maar op een paar plekken. Namelijk: op de rivier in de punts en in de straat voor King’s College, King’s Parade. Als je die plekken overdag mijdt, ben je ze kwijt. Vooral op een zomeravond is het heerlijk wandelen door die anders zo drukke binnenstad.

Hoe is het om hier te wonen?
De dingen die ik hier opnoem, zijn de ‘eyecatchers’ van Cambridge, dat wat je als nieuwkomer meteen opmerkt. Wat nog veel leuker is aan het langer wonen in een nieuwe stad, is het ontdekken van verborgen plekken. Kleine straatjes met een heleboel bloemen, een stille binnenplaats, een vergeten begraafplaats (waar opeens Ludwig Wittgenstein blijkt te liggen), gezellige pubs en goede restaurants. Omdat Cambridge zo oud is, is er heel veel te ontdekken. Ik denk dat ik over een jaar veel meer weet van deze stad, en hopelijk heb ik dan ook wat meer inwoners leren kennen die me weer nieuwe dingen kunnen vertellen. Dan zal ik weer een blog schrijven over Cambridge ;-)