Zonder grijze haren geen kerk

Ik schreef dit artikel een paar maanden geleden, het werd gepubliceerd in het Nederlands Dagblad op 15 februari. Nu de oude mensen in onze maatschappij plotseling nóg kwetsbaarder zijn geworden, breng ik dit stuk graag nog eens onder de aandacht. Want waarom denken we dat oude mensen minder waard zijn dan jonge mensen?

Toen ik theologie studeerde, was ‘het licht uitdoen’ een afschrikwekkend toekomstbeeld voor de aanstaande predikanten. Waren we namelijk eenmaal een jaar of vijftig, dan zouden er slechts zieltogende gemeentes over zijn. Onze taak was de laatsten te begraven en dan zelf een andere baan te zoeken. Een kerk ‘vol grijze haren’ was iets om meewarig over te spreken. Want grijs betekent oud, en oud betekent geen toekomst. Door sommige mensen in mijn omgeving werd ook automatisch aangenomen dat ik als vrouw zéker in kerken terecht zou komen waar geen mensen meer kwamen.

Toegegeven, het type kerk waar mijn hart ligt barst lang niet altijd van kinderen en jonge mensen. Het zijn de kerken die ikzelf altijd ‘doorsnee’ noem: niet uitgesproken orthodox of liberaal, waar de gewone mensen uit de buurt komen – die inderdaad vaker wel dan niet de zestig al ruim gepasseerd zijn.

Liever naar de grote kerken

Jonge mensen lijken elkaar liever op te zoeken in grote kerken waar het bruist van de energie en overloopt van de kinderen. Waar iedere week een nieuwe baby geboren wordt en bij doopdiensten het podium vol staat met gezinnen. Ik begrijp dat goed, want ik ben zelf opgegroeid in zo’n kerk en tijdens mijn studententijd stapte ik over naar een ander soort grote kerk, wederom zonder gebrek aan 50-minners. Het leek simpelweg het aantrekkelijkst en iedereen om me heen deed hetzelfde. Het maakte niet uit of je daar de halve stad voor door moest fietsen, rakelings langs zieltogende wijkkerken – daar kwam je simpelweg niet.

Maar is het eigenlijk niet heel vreemd dat we een kerk met oude mensen minder waard vinden dan een kerk vol jonge mensen? Doet leeftijd er iets toe in Gods Koninkrijk?

De mens onder het grijze haar

Bij mijzelf veranderde mijn manier van kijken door iets heel eenvoudigs: ik leerde de mensen onder de grijze haren kennen. En een nieuwe wereld ging open. Ik hoorde zoveel verhalen, over boeiende en bizarre levens, over grote maatschappelijke veranderingen, over mooie en hartverscheurende gebeurtenissen, over problemen en uitdagingen die wij nu niet meer kennen. Bovenal vond ik zoveel vriendelijkheid. Vaak zijn de alleroudsten ook de mildsten – aan het einde van het leven lijkt er een inzicht te groeien over wat werkelijk belangrijk is.

Zo zat ik ooit in een hospice aan het bed van een stervende dame. Heel de gemeente hield van haar. Ze was lief en grappig, ruimhartig en scherp. Er was zoveel vrede op die plek, zo vlak voor de dood. Ik was 27 en kon alleen maar dankbaar zijn dat ik daar bij haar mocht zijn en haar had leren kennen – een moment wat ook voor mij van diepe betekenis werd.

De kerk is een prachtige plek waar de levens van oud en jong elkaar kruisen. Wie zelf geen grootouders meer heeft, kan in de kerk opnieuw relaties opbouwen met de oudste generatie. Dat doet een jong mens goed. En een oud mens ook.

Niet uitgesproken maar doorsnee

Het kan lastig zijn om te wennen aan een ander soort kerk, waar je één van de weinigen bent zonder permanentje en waar dingen niet uitgesproken maar doorsnee zijn. Ik zeg ook niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is. Er kan van je verwacht worden dat jij de kerk wel zult gaan redden. Je kunt op een enorme starheid stuiten waardoor je opeens begrijpt waarom deze kerk haar jonge leden is kwijt geraakt. Het kan doodvermoeiend zijn en het kost tijd die je niet hebt in je drukke bestaan. Om maar te zwijgen over dat trage orgel in plaats van een hippe band.

Maar doorsnee kan ook een verademing zijn. Er hoeft opeens niet zoveel meer. Geen perfectie of zwart-wit. Je bent niet meer één van de velen, want iedereen kent je. Je kunt hoop geven aan mensen die nooit meer een jonge gelovige spreken. Je kunt uit je vanzelfsprekende bubbel van gelijkgestemde leeftijdsgenoten stappen en je onderdompelen in een wereld vol andere verhalen. Je oefent in gemeenschap met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen.

Ik geloof in kleine gemeenschappen. En ik hou van oude mensen. Ik vind het ongelooflijk jammer dat wijkkerken hun deuren sluiten, terwijl jonge gelovigen een eindje verderop allemaal samenkomen in centrumkerken. Ik pleit voor het wagen van de stap naar het zieltogende kerkje om de hoek. Misschien zijn daar nieuwe kanten aan Gods Koninkrijk te ontdekken. En misschien, heel misschien, gaat op die plekken waar het licht bijna uitgegaan was God wel iets bijzonders doen.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: